zondag 12 februari 2017

Seram


We zijn met de bus naar de haven gegaan. Er was een bus geregeld die normaal voor het openbaar vervoer word gebruikt maar vandaag was het privévervoer voor ons. Toen we bij de haven aankwamen waren hier heel veel mensen. Er zijn hier 2 steigers maar er was maar eentje in gebruik. Hier stonden wat mensen op te vissen en waren 4 boten aan gekoppeld.

Hier waren een paar kleine gebouwen maar die hadden eigenlijk geen echte functie. Het meeste gebeurde buiten de gebouwen. Hier stonden allemaal kraampjes voor mensen die nog wat te drinken of te eten wilden kopen voordat ze weg gingen.

Er gaat ook heel veel voedsel mee op de boot. Zo werd er bij ons op de boot heel veel rijst op gegooid en kwam er heel veel sla van een boot af. Dit werd op de kade gegooid naar iemand die alles daarop stond te vangen. Hij gaf het dan weer door aan iemand die het van de steiger af tilde en het klaarzetten om meegenomen te worden. Dit ging allemaal heel soepel, iedereen wist wat hij moest doen en niemand die ergens over klaagde. De meeste liepen nog op blote voeten op deze onverharde weg wat mij echt niet fijn lijkt. Toch deden veel mensen het, ik ga er dan maar van uit dat zij veel meer eelt hebben dan wij.
We hebben een hele tijd op de boot moeten wachten. Niet omdat hij er nog niet was, hij stond er al een uur. Het was omdat er niet genoeg mensen waren die mee wilden. Blijkbaar kon het niet uit of wilden ze alleen maar als hij helemaal vol zat.




In Loki aangekomen viel het mij gelijk op dat het hier heel anders was als op Ambon. Het is hier heel lekker stil, veel groener en een stuk schoner. Loki loopt eigenlijk helemaal niet zo ver achter. Er is hier ook gewoon stroom en de huizen zien er goed uit. Echter zijn er maar een paar brommers en eigenlijk geen auto's te bekennen. Dit, samen met dat hier niet zo veel mensen wonen maakt het dat het hier heel rustig is.
Toen ik door het dorp heen liep zag ik al wel dat de vrouwen hun kleding aan het wassen waren in de rivier. Dit is wel iets wat heel anders is. Tot nu toe ben ik nog nergens geweest waar geen stromend water was. Dat maakt het hier wel bijzonder voor mij om te zien dat het niet zo gewoon is voor iedereen.





Vissen




In de avond hebben ze mij leren vissen hoe ze dat op Seram doen. Er werd mij een pvc buis gegeven met wat visdraad eromheen gedraaid. Hier zat ook een haakje en een stukje lood aan. Mij werd verteld om een aasvisje op de haak te doen en deze dan zo ver mogelijk het water in te gooien.

Toen we bij die pier aankwamen en ik het een paar keer geprobeerd had kwam ik er al snel achter dat er een groot probleem is. Het aas blijft niet aan de haak zitten. Ik zag ook dat er vlak onder mij een hele boel vissen zaten. Dus ik ging als eigenwijze Nederlander het aas niet ver weg gooien maar rustig onder mij in het water leggen. En ja hoor binnen een minuut had ik de eerste vis aan de haak. Een 10 cm lange vis die wel wat leek op een baars. Over de rest van de avond had ik nog 3 andere gevangen. 2 dezelfde als de eerste ook ongeveer even groot en 1 van ongeveer 20 cm die leek op een voorn. De vissen hebben wij mee naar huis meegenomen voor het eten van morgen.
Het eten was hier niet heel speciaal voor Indonesië apart van dat alles vers was. Wel heb ik iets gehad wat traditioneel "Ambonees" is. Dit heet papeda, het is gemaakt van meel en word gegeten bij vis. Zelf vond ik het niet echt lekker maar dit was vooral omdat de structuur mij niet beviel en ik de smaak niet gewend ben. De mensen uit het dorp vonden dit heerlijk en beschouwden het echt als een lekkernij.













De tweede dag




Ik werd om 7 uur wakker en tot mijn verbazing was het nog redelijk cool. Ik denk dat het rond 22 graden was. Ik moest wel heel nodig naar de wc dus liep ik achter het huis naar de wc toe. Hier ging ik, terwijl er honderden mieren meekeken, mijn plasje doen. Daarna heb ik wat water uit het emmertje er overheen gegooid i.p.v. doorspoelen.

Even later gingen wij eten. Er waren hele dikke broodjes voor ons klaargemaakt met geprakte mango ertussen. Dit werd bij een van de buren gehaald die ook een klein winkeltje in het huis had en elke ochtend deze broodjes op straat klaar had liggen om gekocht te worden. Het bleek al heel snel dat iedereen in het dorp een grote familie was. Niet alleen omdat iedereen elkaar oom, tante, oma en opa noemde. Dit kwam vooral uit dat iedereen voor elkaar zorgde en heel gezellig met elkaar om ging. Er kwam namelijk ook een vrouw op de stoep die oogdruppels nodig had. Deze werden haar zo toegegeven. Geen moeite ofzo of vervelende woorden, zij heeft het nodig dus krijgt ze het. Ook werd er regelmatig iemand uitgenodigd om mee te eten. 


maandag 6 februari 2017

Interviews op Ambon

In de tijd dat ik hier op Ambon zit heb ik al 19 interviews gehouden met families hier van het eiland. Als eerste was de bedoeling dat ik alleen maar gezinnen uit Latuhalat zou doen maar later bleek dat er nog veel meer gezinnen op Ambon een lamp hadden gekregen. In overleg hebben wij besloten om deze gezinnen ook maar te interviewen, dit zorgt alleen maar voor betere gegevens.

Om zo de interviews uit te voeren vond ik erg leuk om te doen. Oom Frans (mijn contactpersoon met TitanE) had mij voorgesteld aan iemand hier op Ambon die mij zou begeleiden en die de vertaler zou zijn (Nugi). Samen met Nugi ben ik meerdere keren op pad geweest om de families te interviewen. Zo kwam hij mij dan ophalen met een ojek(scootertaxi) voor mij en een ojek voor hem. We gingen met z’n allen dan naar het huis van een van de gezinnen met een lamp. Hier werd ik eerst netjes voorgesteld, waarna wij in de woonkamer gingen zitten om het interview af te nemen. Aan het einde van elk interview heb ik nog wat foto’s gemaakt en daarna gingen wij weer op de scooter naar een ander huis.

Tot nu toe heb ik bijna alleen maar positieve dingen gehoord. Zo doen alle lampen het nog en bijna allemaal optimaal. Er is bij een huis weleens wat problemen geweest met het koortje maar verder is er nog helemaal niks kapotgegaan. De reacties van de mensen zijn ook alleen maar positief als het over de lampen gaat. Iedereen gebruikt de lamp als de stroom er hier uit gaat en dat gebeurt toch bijna wel elke dag een keer. Al deze mensen zijn heel blij dat ze op deze momenten wel licht hebben om iets te kunnen zien.


Ik kijk erg uit naar de interviews in de komende dorpen. Dit zijn namelijk de dorpen waar het project origineel voor opgezet was. Ik ben dus erg benieuwd hoe de dorpen met primitieve leefomstandigheden erbij staan en wat de stand van de lampen hier is.